Geschiedenis 'Cavalier King Charles Spaniel'

De huidige cavalier is een directe afstammeling van de kleine Toy Spaniels die staan afgebeeld op vele schilderijen uit de 16e, 17e en 18e eeuw. Zoals de naam al aangeeft, is de Dwergspaniel een dwergvorm van de Spanielachtigen. De (normale) Spaniels, die voor de jacht gebruikt werden, hadden een aantal uiterlijke eigenschappen gemeen zoals: lange beharing met bevedering aan de voor- en achterbenen, sterk behaarde vlak afhangende oren, een vriendelijk karakter en een onvermoeibaar kwispelend staartje. De mens van nu is niet anders als die van toen: gevoed door zijn behoefte aan een gezelschapshond selecteerde hij op grootte en karakter en creĆ«erde aldus een Spaniel voor in huis, of beter gezegd voor aan het hof. In 1570 schreef Dr. Johannus Caius, de hofarts van Elisabeth l van Engeland: “Hoe kleiner ze zijn, hoe beter ze aan hun doel voldoen, om op de boezem te liggen of op de arm te worden gedragen. Verder fungeerde de Dwergspaniel als warmtebron in de koude, vochtige en tochtige huizen en rijtuigen, en als verdelger van klein ongedierte. Ten tijde van Charles l (1600-1649; en Charles II (1630-1685) kwam de Dwergspaniel tot volle bloei. Charles l had zijn voorliefde voor de Dwergspaniel doorgegeven aan zijn zoon, Charles II, die op zijn beurt de fakkel doorgaf aan zijn opvolger James II. Men beweerde dat deze koningen het drukker hadden met hun hondjes dan met staatszaken. De benaming van de rood-witte variĆ«teit van de Cavalier verraadt nog de link met de adel. Honden van deze kleurslag werden jarenlang gefokt door de opeenvolgende Hertogen van Marlborough op Blenheim Palace. Van dit type spaniel is bekend dat ze iets groter waren en veel voor de jacht werden gebruikt. De gewenste spot bij de rood-witte Cavalier vindt zijn oorsprong in een verhaal over Sarah, de Hertogin van Marlborough. Haar man was betrokken bij de slag om “Blenheim”. Ze was hier zo ongerust over dat ze herhaaldelijk haar duim drukte op het hoofd van een spaniel die moest werpen. Dit had blijkbaar zo’n indruk gemaakt dat alle pups van deze teef een “spot” droegen. Voor alle Spaniels die tot nu toe aangehaald zijn, geldt dat ze een vrij smal hoofd hadden met vrij normale ogen en vrij hoog aangezette oren. Ze laten in die zin nog iets zien van het hoofdtype van de moderne Cavalier King Charies Spaniel. Het schilderij van Landseer, “The Cavalier Pets”, laat echter een hoofd zien dat al wat korter is en meer opgevuld onder de ogen. Met andere woorden: een Cavalier die nog meer neigt naar het type van vandaag de dag. Onder invloed van de mode aan het hof in het tweede deel van de 18e eeuw, veranderde het hoofdtype drastisch, iets wat onder het koningschap van Willem III was ingezet. Hij was het die in Engeland de zeer kortsnuitige Mopshond introduceerde. Geruime tijd hebben de beide soorten van Dwergspaniel – de ouderwetse met een normale snuitlengte en de kortsnuitige – naast elkaar bestaan, totdat de adel viel voor de Oosterse rassen. Met aan het einde van de 18e eeuw als resultaat het alleen nog voorkomen van de moderne King Charles Spaniel.